Complicaties

Na het overlijden van de oude mevrouw Grave had de woningbouwvereniging enkele weken nodig om het huis weer in een staat te krijgen, die aan de eisen van deze tijd voldeed. Mevrouw Grave had al jaren met succes iedere vernieuwing in haar huis tegengehouden. Hoewel ik bijna geen contact met mijn buurvrouw had, miste ik haar wel. Vooral de vaste geluiden; het doortrekken van de WC, het stromen van het water uit de douche om acht uur ’s ochtends, het blaffen van de hond als de krant of de post door de brievenbus werd geworpen en de stem van Maria Callas die door de jaren heen met een steeds hoger volume uit haar huis schalde.
Na de verbouwing, met de nodige geluidsoverlast trokken andere buren in een betrekkelijke geruisloosheid het vernieuwde huis in.

‘Kijk buurman, dit is mijn goocheldoos. Die heb ik van mijn vader gekregen, mijn vader zit vast.’
Een week nadat ze naast me waren komen wonen had ik bij hen aangebeld. Het was een mengeling van nieuwsgierigheid naar de mensen die andere geluiden dan die van mevrouw Grave lieten horen en de drang om te doen wat een goede buur behoort te doen. Een vrouw van iets in de veertig jaar deed open en nodigde mij uit om binnen te komen. Haar zoon stond in de huiskamer.
‘Dit is Sander, hij is acht jaar,’ zei ze tegen mij.
Na zijn openingszin over de goocheldoos bleef hij zonder terughoudendheid tegen mij praten.
‘Ziet u dit balletje in het doosje? Kijk ik doe het deksel erop en schud en wat denkt u? Het balletje is weg.’
De truc was doorzichtig en zijn gestuntel maakte hem nog doorzichtiger. Juist dat maakte het voor mij een geslaagde voorstelling.
In de dagen en weken daarna kwam ik vaker langs en zag stukje bij beetje hoe het huis zich steeds meer vormde naar moeder en kind. Af en toe kwam hij bij mij langs als zijn moeder weg moest en een oppas nodig had. Het fleurde mijn leven op.

‘Wat zijn dat voor gereedschappen?’ vroeg hij.
‘Die gebruikte ik vroeger om horloges en andere uurwerken te repareren,’ antwoordde ik. ‘Tegenwoordig gooien de meeste mensen hun kapotte horloges weg of ze worden opgestuurd naar de fabriek om ze te laten repareren. Ik ben net op tijd met pensioen gegaan. Zal ik je de binnenkant van een horloge laten zien?’
‘Mag ik dan zelf ook met dat gereedschap werken?’
‘Natuurlijk, ga je gang.’
Binnen korte tijd was mijn oefenhorloge onherstelbaar beschadigd, maar we hadden plezier zoals een opa met zijn kleinkind heeft. Zelf heb ik geen kinderen en ik leef sinds mijn vijfenvijftigste als weduwnaar. Na de dood van mijn vrouw had ik me nog meer op mijn werk gericht en aan een nieuwe relatie had ik geen behoefte. Vanaf het moment dat ik mijn winkel had verkocht, leefde ik in een stil huis en maakte mezelf wijs dat ik gelukkig was.

‘Van het weekend mag ik even naar papa,’ zei hij. ‘We moeten bijna twee uur rijden. Mama is heel erg boos op hem. Het duurt nog wel even voor hij vrijkomt.’
Ik durfde hem niet te vragen waarom zijn vader in de gevangenis zat, ook met zijn moeder sprak ik daar niet over.

‘Buurman, van Sander hoorde ik dat je horlogemaker bent geweest. Mijn man heeft me een horloge gegeven, dat ik goed moest bewaren. Het loopt niet meer. Zou jij er eens naar kunnen kijken?’ vroeg ze toen ik een kop koffie bij hen aan het drinken was.
‘Natuurlijk laat maar eens zien.’
Ze liep naar een kastje en haalde uit de bovenste la een blauw kartonnen doosje. Ze drukte het in mijn handen.
‘Volgens mij is het wel wat waard. De buitenkant is duidelijk van goud, dat zie ík zelfs. Wil je nog een kop koffie of ook een glaasje wijn?’
Ik bedankte voor de wijn. Het was me opgevallen dat zij over het algemeen al vroeg en dagelijks wijn dronk. Terwijl zij naar de keuken liep, tilde ik voorzichtig het deksel op en haalde de wattenlaag, die het horloge beschermde weg. Even stokte de adem in mijn keel. Voor me lag een Patek Phillipe Supercompilation, 18 karaatsgoud en voorzien van 24 complicaties. Vierentwintig verschillende functies in één horloge, dat bestaat uit 900 afzonderlijke onderdelen. Het is in staat verschillende melodieën te spelen waaronder die van het klokkenspel van de Big Ben. Er bestaat slechts één exemplaar van, gemaakt in 1933 en tot op de dag van vandaag is dit het duurste horloge ooit. Het lag voor me in een simpel blauw kartonnen doosje en ik wist meteen dat de vader van Sander geen gewone inbreker was. Dit horloge was niet te verzekeren, maar ook niet te verhandelen. Iedere kenner van uurwerken zou zijn vingers hier niet aan willen branden. De eigenaar zou nooit zomaar laten weten dat het horloge gestolen was. Tijdens een veiling was het naar een anonieme koper gegaan, tegen een bedrag van meer dan elf miljoen dollar. Waarschijnlijk was dit bedrag een schijntje geweest voor de koper, onmiskenbaar een man met een vermogen dat richting een miljard dollar liep. Het viel me mee dat het horloge nog niet vernietigd was, een duidelijk teken dat mijn buurvrouw niet wist wat zij in haar huis had. Vrijwel direct kreeg ik een plan, dat mij veel geld op zou leveren zonder Sander en zijn moeder in moeilijkheden te brengen.
‘Kijk eens hier. Wil je nog een stroopwafel?’
‘Ja graag. Vind je het goed als ik het horloge mee naar huis neem om te zien wat ik ermee kan doen?’
‘Natuurlijk, anders had ik je niet gevraagd om er naar te kijken. Is het wat?’
‘Jazeker. Het is een aardig dingetje. Het is verguld, maar het zal toch al snel een paar honderd euro waard zijn.’
‘Dat is meer dan ik had gedacht. Zou jij er een koper voor kunnen vinden, denk je? Dan heeft dat ding ook nog echt wat waarde voor mij. Van mijn man moet ik het niet hebben. Ik kan het wel bewaren, maar van bewaren kan ik geen brood kopen.’
Sommige vragen komen precies op het juiste moment. Dit was zo’n moment.
‘Ik heb nog wel wat goede contacten. Ik zal kijken wat ik kan doen.’
Met moeite lukte het me om de koffie rustig op te drinken. Sander wilde nog een spel met me spelen.
‘Of wil je nog een goocheltruc zien?’
‘Nee jongen, het is al laat. Ik moet haar huis.’
Toen ik thuis kwam ging ik direct door naar mijn werkbank. Ik pakte de Supercompilation voorzichtig uit het doosje. Het was wat verwaarloosd en de buitenkant moest flink opgepoetst worden, maar een eerste inspectie leerde dat het uurwerk niet kapot was. Zelfs zonder het te openen, kreeg ik hem snel weer aan de praat.
Vroeger had ik me wel eens ingelaten met helers. Natuurlijk wist ik dat het geen zuivere koffie was, maar ik hield mezelf voor dat als ik niet door zou vragen ik ook niet schuldig kon zijn aan welke wetsovertreding dan ook. Tijdens het repareren van één zo’n besmet uurwerk was ik in contact gekomen met een verzekeringsrechercheur. Een man die onderzoek deed naar gestolen goederen die bij zijn maatschappij verzekerd waren. Ik had zijn nummer nog in mijn telefoonklapper staan.
De volgende ochtend belde ik hem.
‘Weet je zeker dat dit de Supercompilation is?’
‘Het kan niet missen. Jij moet vast een manier weten waarop hij weer bij zijn eigenaar terug kan keren. Een manier waar jij en ik beter van zullen worden, financieel bedoel ik dus. Voor mij is het een koud kunstje om het voorgoed te laten verdwijnen.’
‘Dreigementen zijn niet nodig. Vanmiddag kom ik langs en dan zal ik wat zaken op gang brengen.’
Zoals ik verwacht had ging de rechercheur voortvarend te werk. Hij was nog geen half uur bij mij binnen en hij had aan een enkele blik op de inhoud van het doosje genoeg gehad. ’s Avonds hadden wij alweer contact.
‘Als je hieraan begint is er geen weg meer terug. Accepteer het bod en zorg ervoor dat het horloge heelhuids in hun handen komt. Dit is de schimmige zone tussen de boven- en de onderwereld. Ze zullen je zeker wat aandoen als dit mis loopt.’
‘Ik heb er alle vertrouwen in. Noem een dag en tijd en ik zorg dat mijn buurvrouw het horloge klaar heeft liggen. Zij zal er vijfhonderd euro voor vragen, een hoger bedrag zal haar waarschijnlijk achterdochtig maken. Ik ben tevreden met de vijftienduizend euro. Wat krijg jij?’
‘Een mooi bedrag, neem dat van mij aan. Verpruts het niet. Ze kunnen morgenavond al komen. Dan ben je er snel vanaf.’
In mijn leven had ik al veel uurwerken verkocht. Nu ging het om een zeer waardevol horloge, maar de transactie zou niet echt anders verlopen dan ik gewend was. Mijn bedrag zou ik via de verzekeringsman krijgen. Ik maakte me geen zorgen.
Snel liep ik naar de buren.
‘Ik heb een koper gevonden. Vijfhonderd euro. Is dat goed wat jou betreft?’
‘Voor mij klinkt het prima. Zijn er echt mensen die zoveel geld aan een horloge uitgeven? Wat vind jijzelf van de prijs?’
‘Volgens mij is het een meer dan goede prijs.’
‘Het geld kan ik goed gebruiken.’
‘Mooi. Morgen kan hij om 19.30 uur langskomen. Kan dat?’
‘Dat is goed. Jij bent er toch ook bij?’
‘Natuurlijk. Als ze alsnog gaan onderhandelen, kan ik ze de mond snoeren. Hier heb je het horloge terug.’
De volgende dag belde ik met mijn contactpersoon om de laatste details te bespreken.
‘Zorg dat je alles goed hebt geregeld. Ga niet onderhandelen en laat ze zo snel mogelijk weer weg gaan. Je weet niet met wie je omgaat en houd je daar in de toekomst ook verre van.’
‘De boodschap is duidelijk.’
De verdere dag was ik toch gespannen. Ik hield me steeds voor dat er niets kon misgaan. Er waren alleen maar voordelen. Ik zou er veel geld aan verdienen, de buurvrouw hield er een aardig zakcentje aan over en het horloge zou weer bij zijn eigenaar terugkeren.
Net voor half acht belde ik bij de buren aan. Sander deed open.
‘Hallo buurman. Mama is heel vrolijk.’
Ik liep achter hem aan mee naar binnen.
‘Hee buurman,’ zei ze vanachter de eettafel.
‘Kom erbij. Wil je ook een glas wijn? Ik maak wel een nieuwe fles open.’
Ik kreeg de mogelijkheid niet om het glas af te slaan. Het was duidelijk dat ze al wat aangeschoten was.
‘Sander is net bezig met een voorstelling,’ zei ze. Het is een feestdag. Ik krijg niet elke dag zo’n bedrag binnen.’
‘Heb je weer geoefend Sander? Laat maar eens zien,’ zei ik tegen hem.
Sander was steeds beter in het uitvoeren van zijn goocheltrucs geworden. Er waren nu kunsten bij, waarvan ik met moeite kon achterhalen hoe hij ze uitvoerde.
‘Je valt er halverwege in buurman,’ schalde zijn moeder.
‘Dames en heren!’ riep Sander, terwijl hij met zijn armen brede gebaren maakte. Hij vervolgde met een groot gevoel voor theater; ‘Onder deze doek ligt een waardevol object. Ik hef mijn hamer op en sla er hard mee.’
Terwijl hij deze woorden uitsprak, kromp mijn maag samen. Ik keek verbaasd naar mijn luid lachende buurvrouw, die een geruststellend gebaar maakte. Terwijl de hamer naar beneden kwam, hoorde ik hoe vanonder de doek de melodie van de Big Ben -gespeeld op miniatuurklokjes- het halve uur aangaf, maar die abrupt stopte onder de vermorzeling van de slag.

Op hetzelfde moment werd er bij de voordeur aangebeld.

2 thoughts on “Complicaties

  1. Schitterend verhaal. Doe me denken aan een van de korte verhalen van Roald Dahl van een boer die een waardevol antiek kastje in de schuur heeft staan en dat voor een habbekrats aan een ‘vriendelijke’ sjacheraar verkoopt.

Reageer gerust